Parasitaire ziekten
Deze pagina is in ontwikkeling. Kom regelmatig terug om de nieuwe informatie te zien.
Wormen
Ieder ouder dier heeft wel enkele ingewandswormen waar hij tegen bestand is, maar jonge dieren zijn gevoeliger en komen er teveel dan wordt het dier aangetast en zal vermageren vaak met dunne waterige ontlasting en het verenkleed wordt steeds doffer en op de duur lijkt het of ze verlamd zijn en sterven spoedig. We kennen meerdere soorten wormen. Waaronder de spoelworm, de haarworm en de lintworm.
- Spoelwormen (Ascaridia spp.): De spoelwormen behoren tot de groep rondwormen en kunnen wel zo’n 5 cm lang worden. Ze kunnen er voor zorgen dat de opname van voeding niet meer goed verloopt. Wanneer het er heel veel zijn, dan kan er zelfs een darmverstopping optreden. Dit gebeurd vooral bij jonge vogels. De eitjes van de spoelworm liggen meestal op de grond en bij een vochtige omgeving bij een temperatuur van ruim 20 graden Celsius komt in dit ei een larfje. Als het dier dit larfje opeet dan boren deze larfjes zich vast aan de darmwand en groeien uit tot spoelwormen.
- Haarwormen (Capillaria spp.) zijn veel dunner en worden 2 cm lang ze zijn met het blote oog niet te zien. Sommige haarwormen hebben een tussengastheer nodig zoals de regenworm en zal de besmetting plaats vinden als het dier zo’n regenworm opeet.
- Lintwormen (Cestoda spp.): Deze parasieten worden wel meer dan 10 cm lang. Lintwormen hebben als tussengastheer slakken nodig. Wanneer eenden en ganzen besmette slakken eten krijgen ze de lintworm binnen.
- Gapewormen (Syngamus trachea): Deze nestelen zich in de keel of luchtpijp waardoor het karakteristieke ‘gapen’ ontstaat. Dat komt omdat de vogel een benauwd gevoel krijgt. Kleine rassen zullen dus al bij een lager aantal besmettingen symptomen hebben.
De behandeling voor worminfecties bij eenden en ganzen kan bestaan uit anthelmintica (ontwormingsmiddelen), die vaak via het voer of water worden toegediend. Het is ook belangrijk om goede hygiënepraktijken te handhaven, zoals het regelmatig schoonmaken van leefgebieden en het vermijden van vochtige gebieden waar wormen zich kunnen vermenigvuldigen. Preventieve maatregelen zijn cruciaal, aangezien sommige van deze wormen ziektes kunnen overdragen op mensen (zoönosen). Een periodieke ontworming kan noodzakelijk zijn, vooral in gebieden waar deze parasieten veel voorkomen.
Let op: Voor specifiek advies en behandelingen is het belangrijk om rechtstreeks met een vogeldierenarts te overleggen, omdat de behandeling afhankelijk is van de specifieke soort en de ernst van de infectie.
Preventie
Het is duidelijk dat de besmetting met spoelwormen komt doordat de dieren in aanraking komen met mest. Als je de dieren op roosters zouden houden weet je bijna zeker dat je geen last van spoelwormen zult krijgen. Maar helaas, en misschien maar goed ook, is dit niet mogelijk. Dus moeten we zorgen dat we een ruime huisvesting hebben zodat de dieren niet op de mest lopen.
Ook kunnen we de mest op de plaatsen waar het meeste ligt, regelmatig met een slang dit wegspoelen. Pas op! want ook de fokker zelf neemt de eitjes van de wormen mee aan de schoenen van het ene hok naar het andere.
Genezing
Het is niet verstandig om maar regelmatig ontwormingskuur te geven omdat de dieren dan immuun worden. Daarom gaat de voorkeur uit om alleen dieren te behandelen welke voor 90% zeker is dat ze wormen hebben.
Er zijn diverse ontwormingsmiddelen ,maar er is geen enkel wormmiddel specifiek voor watervogels. In de handel zijn boli’s voor schapen (b.v. Panacur ½ boli voor een grote gans en een kwart boli voor een eend) . Er zijn nog meerdere soorten wormmiddelen zoals: Mebenvet, Thiabendazole, Levamisole, Flubenol, Telmin, Ivomec, en Dectomax, de dierenarts kan vertellen hoeveel je hiervan moet geven en hoe.
Je kunt het ook zelf mengen door het korrelvoer. 100ml vloeibare Panacur (2,5%) vermengen met een halve liter slaolie en dit mengen met 25kg voer. Dit mengsel geef je dan 5 dagen aan onze watervogels.
Geef de juiste hoeveelheid afhankelijk naar het gewicht van het dier en herhaal dit een maand later omdat bij ontworming de larfjes in de eitjes niet kapot gaan en deze zijn een maand later uitgegroeid tot weer nieuwe wormen. Vlak voor het broedseizoen niet ontwormen omdat dit de bevruchting aantast
Coccidiose
[uitbreiden]Kenmerken zijn: vermagering, lusteloos, bloed in de ontlasting
Genezing:
Behandelen met: Cocidiostatica zoals Amprolium, Sulfamides e.a.
Extra vitamines toedienen omdat de darmwand slecht voedsel opneemt.