Voeding voor watervogels

Wat is het doel van de voeding.

Voedsel is een bron van het leven, zonder voeding overleeft geen enkele watervogel lang. Het is een energiebron, houd de lichaamstemperatuur op peil, helpt de bloeddruk reguleren en om bijvoorbeeld weefselcellen te vernieuwen of rode bloedlichaampjes aan te maken. In de rui (verenwissel) is voeding extra belangrijk. want dit kost onze watervogels veel energie.

Vanzelfsprekend wordt de energie die de dieren binnenkrijgen ook gebruikt om te kunnen lopen, vliegen en te eten (fourageren).

Voedsel zorgt er ook voor dat de eend of gans op gewicht blijft of in gewicht aankomt, een goed gewicht is belangrijk voor de conditie van watervogels in het algemeen..
De juiste voeding in de legperiode, bij de eend (vrouwtje), in de legperiode zorgt voor goede eieren.

Waar moet voeding voor watervogels uit bestaan?

Een hoofdbestanddeel van het dieet van onze watervogels is water. Maar je watervogel leeft niet op water alleen. De dieren kunnen niet zonder de andere bestanddelen zoals de mineralen, eiwitten, koolhydraten, vetten en vitamines. Naast voeding hebben ze uiteraard ook zuurstof nodig om te blijven leven.

De voeding die je watervogels dagelijks krijgen moet van elk bestandsdeel genoeg, maar niet te veel bevatten voor. Want ook als een van de ingredienten veel te veel aanwezig is kan dat de gezondheid schade toe brengen. Het voer moet daarom in de juiste verhouding worden toegediend, het moet in evenwicht zijn.

De bestanddelen van goede voeding

Water

Dit is een onmisbaar onderdeel van de voeding van je watervogel. Het grootste deel van de voeding van een watervogel moet hier uit bestaan. Water is namelijk nodig om de lichaamstemperatuur op peil te houden en als week- en transportmiddel voor het voer.

Mineralen

In vrijwel alle weefsels van je watervogel komen mineralen voor. De belangrijkste mineralen zijn: Calcium, Fosfor, Magnesium, Natrium, Kalium, Chloor, Mangaan, Ijzer, Koper, Jodium en Zwavel.

Calcium en fosfor zijn heel belangrijk voor de botten, vooral natuurlijk bij opgroeiende kuikens, en voor productie van de eieren.

Natrium maakt in het lichaam eiwitten aan en bevordert de groei.
Mangaan heeft een gunstige invloed op de broeduitkomsten, vruchtbaarheid en de eischaal.
IJzer en koper zitten in heel kleine, mate in het voedsel. Een teveel aan ijzer wat b.v. kan komen door sterk ijzerhoudend bronwater kan leiden tot vermindering van de eetlust en diarree.

Eiwitten

Deze bestaan uit koolstof, waterstof, zuurstof en stikstof en een beetje zwavel en fosfor. Eiwitten zijn opgebouwd uit aminozuren. Deze zijn als het ware de bouwstenen van het eiwit.

Koolhydraten

Koolhydraten zijn ook bouwstenen en bestaan uit koolstof, waterstof en zuurstof. Tot deze groep behoren toe: zetmeel, suikers, organische zuren, ruwe celstof(dit zijn b.v. de bastjes om de korrels deze geven het voer meer volume maar minder voedingswaarde. Het heeft een gunstige werking op de darmen)

Koolhydraten dienen in de voeding eigenlijk als energiebron. Krijgt een dier teveel koolhydraten toegediend dan zal het dier het overtollige omzetten in lichaamsvet.

Vetten

Vetten bestaan evenals koolhydraten uit koolstof, waterstof en zuurstof  en dienen ook als warmte- en energiebron. Ook hiervan teveel wordt omgezet in lichaamsvet.

Vitamines

Vitamines zijn nodig voor een goede gezondheid en productie.

Vitamine A 

is een epitheelbeschuttende vitamine. Dat wil zeggen dat hij lichaamscellen hersteld.
Een tekort: van deze vitamine zorgt voor een slechte groei, ruwe bevedering, onzekere gang, zwakte en soms uitputting met als de dood als gevolg.
Een gelukkige omstandigheid is dat de lever overtollige vitamine tijdelijk opslaat zodat het dier in wat slechtere tijden  toch in deze vitamine kan voorzien.

Vitamine A komt voor in vis, melkproducten en groenten. Levertraan is ook rijk voorzien van deze vitamine maar bij teveel(meer dan 1%)  kan er een vergiftiging optreden. Ook zijn er zogenaamde pro-vitamines A dit zit bijvoorbeeld in boerenkool en wortelen. Pro-vitamine wil zeggen dat de voeding zelf geen vitamine A bevat maar dat de watervogel deze vitamine met behulp van deze voeding kan aanmaken.

Vitamine B

Vitamine B komt in heel veel variaties. De hele reeks dient voor  bescherming tegen huidaandoeningen, verlammingsverschijnselen of om de groei te bevorderen en soms voor betere broeduitkomsten.

Vitamine B komt vooral voor in kiemen, zemelen, ondermelk, karnemelk, weipoeder, koemest en groenvoer.

Vitamine C

Dit is een vitamine welke het dier zelf in voldoende mate zelf aanmaakt, doch iets toevoegen kan de sterkte van de eischaal bevorderen.

Vitamine D

 Speelt een rol bij de stofwisseling vooral bij de opname van calcium en fosfor. Gebrek aan deze vitamine kan leiden tot slechte groei, dikke hakken, weke beenderen, zachte snavel, verlammingsverschijnselen en ook dunne eischalen en slechte broedresultaten.

Vitamine D zit vooral in levertraan. Zonlicht en met name ultraviolet licht heeft ook een gunstige werking. Het dier heeft z.g. sterinen onder de huid welke zonlicht omzette in vitamine D.

Vitamine E

 Ook wel vruchtbaarheidsvitamine genoemd en bevordert de broeduitkomsten daardoor. Het komt voor in diverse kiemen van de luzerne, zemelen en tarwe, maar ook in groenvoeders.

Samengesteld voer

Zoals uit bovenstaande blijkt is het niet verstandig zelf allerlei  samenstellingen te maken of  iets aan de bestaande voeders toe te voegen. Gelukkig zijn er diverse voederleveranciers die dit keurig op wetenschappelijke basis voor ons hebben uitgezocht. Zo zijn er voor alle jaargetijden voermengsels in de handel. Onderhoudsvoer voor de rustperiode, opfokvoer voor de periode waarin onze kuikens  moeten groeien en  productievoer wanneer onze dieren eieren moeten leggen.

Het beste watervogelvoer is van Charnwood, maar helaas is dit in Nederland moeilijk verkrijgbaar.
Leveranciers van goed watervogelvoer zijn: Kasper Faunafood, Havens, Garvo, Agruniek en Teurlings

Oke, ik heb goede kwaliteit voeding voor mijn dieren. Waar moet ik nog meer op letten?

Ten eerste dat het gehele jaar naast het voer de waterkwaliteit uitstekend is.
Ten tweede dat we niet te veel en niet te weinig voer geven. In principe twee keer per dagen voeren en dit voer moet in 15 minuten weg zijn. Dikke vette vogels zijn lui bewegen niet meer en de bevruchting komt niet tot stand omdat het vrouwtje die zware kerel niet kan dragen. Vooral bij zware ganzenrassen moeten we zuinig zijn met bijvoeren. Goed kort gras is meestal voor fokdieren al voldoende, eventueel wat bijvoeren met wat haver en maagkiezel.
Ten derde let op dat alle dieren voedsel krijgen en niet enkele dominante. Is dit het geval dan moet je meerdere  voederplaatsen maken en wel op de plaatsen waar ze ongestoord kunnen eten.
Ten vierde naast deze uitgebalanceerde voermengsels  kunt je zorgen dat ze mooi kort gras* ter beschikking hebben en het bijvoeren van eendekroos** of fijngemaakte boerenkool, witlofbladeren of andere groenten kunt u onbeperkt doen. De dieren zullen je er zeer dankbaar zijn. zie foto

*Geef nooit gemaaid gras aan je watervogels
**Let op waar je het eendekroos vandaan haalt, met het oog op ziektes zoals leverbot welke in kleine waterslakjes zitten. en deze leverbotjes komen vaak voor als het water in de sloot bijna even hoog is als het weiland en waar schapen in lopen of hebben gelopen.