Broed en Opfok Eenden

Natuurlijk broeden
Het mooiste is natuurlijk dat de eend zelf de eieren uitbroed, hier kan geen broedmachine tegen op, maar niet alle gedomesticeerde rassen broeden goed vandaar dat we meestal toch maar kiezen voor een broedmachine. Het voordeel hiervan is dat de eend meer eieren legt omdat we steeds wat eieren uit het nest halen (minimaal 2 laten liggen) en de eend blijft dan doorleggen. Als we de eieren laten liggen gaat de eend meestal vanzelf broeden.

De broedruimte
De plaats waar u de broedmachine neer zet is zeer belangrijk. Er zijn nogal wat factoren die de uitkomst van de eieren ongunstig beïnvloeden. De temperatuur in deze ruimte mag varieren van 17 tot 25 graden. We noemen bijvoorbeeld een ruimte waar de lucht niet te vochtig is. Een constante relatieve vochtigheid van  maximaal 45% is ideaal.
De lucht moet zuiver zijn, geen stank van bak- of kook gedoe. Houdt u de ruimte vrij van insecten d.m.v. ergens piklinten op te hangen. Want deze insecten verspreiden diverse ziektes. Het spuiten met bestrijdingsmiddelen in deze ruimte is sterk af te raden. Zorg dat vloer of tafel waar u de broedmachine op heeft staan, trillingvrij is. Het spreekt voor zich dat een betonnen vloer het geschiktst is.

De broedeieren
Mijn voorkeur gaat uit naar bebroedde eieren welke minimaal een week bebroed zijn, deze zijn mooi van structuur hebben een beschermlaagje van de moeder meegekregen en zijn lekker warm en kunnen nadat u ze geschouwd hebt zo in de broedmachine gelegd worden. Eieren die niet bebroed zijn moet u koel bewaren en regelmatig keren, voordat u ze in de broedmachine legt brengen we ze eerst op kamertemperatuur door ze een halve dag in huis te zetten. Als de eieren erg vuil zijn kun je ze voor dat ze in de broedmachine gaan wassen in water met wat appelazijn.

De motorbroedmachine
Dit is een broedmachine waarin overal dezelfde temperatuur heerst. Dit komt omdat er een ventilator of slaglijsten inzitten welke de lucht constant verplaatsen door de gehele machine. De temperatuur wordt door middel van een thermostaat de eerste 22 dagen constant gehouden op 100 graden Fahrenheit dit is gelijk aan 37.7 graden Celsius. De laatste 6 dagen  op 37,6 graad .Enkele schommelingen van zo’n 0,2 graden eronder of erboven is niet hinderlijk.
Het vochtgehalte moet niet te hoog zijn 45% relatieve vochtigheid tijdens het gehele broedproces is prima. Dit kunnen we meten met een hygrometer welke u van tevoren hebt geijkt op de juistheid.

Of u kunt de eieren wegen tijdens het broedproces. Een ei moet na de gehele broedduur ongeveer 1/7 in gewicht afnemen voor het juiste vochtgehalte. Voorbeeld: 10 eieren wegen samen voor het broeden 700 gram, de broedduur van deze eieren is 4 weken, deze 10 eieren moeten dus aan het eind van de broedduur 6/7 van 700 gram wegen. Dit is 600 gram. Het verschil met het begingewicht is dus 100 gram of zo u wilt 25 gram per week moeten ze samen lichter worden.

Een andere methode is, de eieren schouwen met een schouwlamp. Met deze lamp inspecteert u de luchtkamer, deze is bij onbebroedde eieren bijna nihil en bij het uitkomen moet deze ongeveer 1/3 van het ei zijn. Is de luchtkamer te klein dan hebt u te vochtig gebroed en is de luchtkamer te groot dan hebt u te droog gebroed. Er zijn broedmachines die het vochtgehalte automatische regelen door middel van een knop op de juiste stand te zetten, maar bij de meeste broedmachines moet u dit zelf regelen door er een bakje water in te zetten. De grootte van dit bakje bepaalt dan het vochtgehalte.


Op de meeste broedmachines zit ook een ventilatierooster of ventilatiegaten welke geheel of gedeeltelijk afsluitbaar zijn. Deze openingen zijn vaak veel te groot in een motorbroedmachine moeten we veel lucht circuleren, maar heel weinig ventileren, dus ook zo min mogelijk de broedmachine openen.
Deze ventilatie heeft ook invloed op het vochtgehalte, want als u veel ventileert zal het vochtpercentage dalen en als u de broedmachine vaak opent, zal ook het vochtpercentage snel dalen.

Problemen met het uitkomen van eieren in de broedmachine:

ProbleemOorzaak
Te late uitkomsttemperatuur te laag, thermometer controleren
Te vroege uitkomsttemperatuur te hoog, thermometer controleren
Kuikens met te groot achterlichaamVochtgehalte te hoog, temperatuur te laag
Kuikens pikken ei niet aanTemperatuur te gemiddeld laag, even te hoog of broedmachine te vaak geopend
Embryo sterft af in laatste weekvitaliteit ouderdieren niet 100%, temperatuur niet constant, gebrek aan zuurstof in de machine (ventilatie dicht?)
Kuiken pikt wel aan maar draait niet rond. Te veel ventilatie in de broedmachine, broedmachine te vaak geopend
Onbevruchte eierenVitaliteit ouderdieren niet 100%, eieren niet bevrucht, te vroeg begonnen, ouderdieren te vet

De opfok
De eendenkuikens uit de broedmachine zijn droog en kunnen overgeplaatst worden naar de opfokbakken.
Tegenwoordig zijn er mooie polyester bakken speciaal hiervoor gemaakt, maar u kunt deze bakken natuurlijk ook zelf maken. Waar moet u op letten met deze bakken?
Dat ze mooi glad zijn en gemakkelijk te reinigen zijn en dat de kuikentjes er niet tegen op kunnen klimmen, want pas op Muskuseenden hebben vlijmscherpe nageltjes en lopen zo tegen een rechte wand op.
De bodem moet gemakkelijk te reinigen zijn en voorzien van een fijnmazig rooster.
Op dit rooster legt u de eerste dagen een stukje kleed, doek of een oud stukje tapijt waar de kuikens lekker op kunnen zitten. Hierboven hangt u de warmtelamp of warmteplaat. Het voordeel van een lamp is dat u ze goed kunt zien. Het voordeel van een warmteplaat is dat de kuikens zich lekker beschermd voelen wat voor sommige soorten heel belangrijk is, verder is het stroomverbruik veel lager en de levensduur is veel langer.
Ganzenkuikens doen we in een ren op het gazon zodat ze direct gras kunnen eten. Aan deze ren zit een overdekt gedeelte met een verwarmingslamp of plaat. Verder zetten we er een drinktoren in en wat opfokvoer.
Warmtelampen willen nog wel eens kapot gaan als de kuikens er water tegenaan spatten of dat u met schoonmaken er water tegenaan spettert.
Als u veel fokt is het geen overbodige luxe om wat reserve spullen op te slaan zoals: warmtelampen en een nood-aggregaatje voor als de stroom voor langere tijd uitvalt.

Bij warmteplaten leren de kuikens meer het verschil tussen dag en dag. Dit geldt trouwens ook voor de z.g. donkerstralers dit zijn lampen welke geen licht geven maar alleen warmte. Deze lampen hebben ook een lange levensduur maar zijn dan ook een stuk duurder dan de gewone infraroodlampen
De temperatuur onder de lamp is goed als de kuikens er als een cirkeltje onder zitten. Kruipen ze steeds naar het midden boven op elkaar, dan hangt de lamp te hoog en als ze er in een grote kring omheen zitten dan hangt de lamp te laag.
De warmteplaat is ook in hoogte verstelbaar Als de kuikens er steeds onder vandaan komen staat hij te laag.
Zwemwater in de opfokbak is niet nodig en zelfs af te raden omdat de kuikens uit de broedmachine geen vet meegekregen hebben van de ouderdieren en zullen ze helemaal nat worden en de kans is erg groot dat ze omkomen van de kou.
Dus we zetten er een klein plat drinkenbakje in en een plat bakje met speciaal opfokkruimelvoer.
Het water in dit drinkenbakje moet natuurlijk zo schoon en zuiver mogelijk blijven.
Zodra er enige veertjes te zien zijn wordt het tijd om ze te ringen.
Zitten de kuikens al behoorlijk in de veren dan kunnen we ze zwemles geven. Ja pas op want als u de kuikens op een vijvertje laat zwemmen is de kans groot dat ze even later verdronken zijn of omgekomen van de kou omdat ze geen vet in de veren hebben. Dit hebben ze niet meegekregen van hun ouders en haar eigen vetklier heeft nog niet gewerkt daar er geen zwemwater in de buurt was.
Daarom moeten we ze nauwlettend in de gaten houden of ze het water weer uitkomen en ze moeten daarna weer onder een warmtebron kunnen om te drogen en zich op te warmen. Het kuiken zal vanaf dat moment haar veren beginnen in te vetten en na enige tijd zal ze droog uit het water komen.
Zorg dat in deze opfokruimte geen andere soorten zitten die ze het leven zuur maken in deze toch al voor hun moeilijke periode.
Het water in de vijver moet goed schoon zijn en de rand moet heel laag zijn, nog liever een soort strandje, zodat ze er gemakkelijk uit kunnen komen. Het geheel moet overdekt zijn met een net om ze te beschermen tegen roofvogels, kraaien, eksters e.d.

Broed en opfok ganzen

ganzen

De gans zelf laten broeden is natuurlijk het mooist, wat is er mooier en beter dan  een gans met kuikens die natuurlijk opgroeien, dit kan dat  maar sommige soorten zoals Toulouseganzen broeden slecht.

IMG_2079

U moet ze dan altijd per koppel houden , want meerdere mannen bij elkaar gaan vechten en meerdere vrouwen leggen meestal allemaal in het zelfde nest en van broeden komt niets. Daarom is het misschien bij deze soort veiliger  om de eieren  uit te broeden in de broedmachine. Dit vereist ook nogal wat kennis daar het geen eenvoudige zaak is ganzeneieren uit te broeden.

Mijn voorkeur gaat uit naar een motorbroedmachine omdat daar de temperatuur beter  constant te houden is.

De broedduur van ganzeneieren is ongeveer 30 tot 32 dagen. De temperatuur is tijdens het broedproces de eerst 29 dagen  37,5  graden celsius  
Bij het aanpikken 37,3 graden

Vanaf de 3e dag t/m de 29e dag gaan we de eieren minimaal 3x per dag keren. Het vochtgehalte in de broedmachine  moet zo rond de 45 % R.V. zijn.
De laatste 2 dagen mag dit iets hoger zijn.

Ganzen eieren moet men koelen. d.w.z. eieren uit de broedmachine halen.

10e dag t/m 18e dag 1x 10 minuten per dag. 19e dag t/m 29e dag 2x 10 minuten  per dag (broedmachine aanlaten) en als je de eieren weer in de broedmachine legt, eerst even een beetje besproeien met lauw water.

Op de 10e dag schouwen we de eieren of ze bevrucht zijn.

Tijdens het uitkomen de broedmachine dicht laten tot alle kuikens uit het ei zijn. Een uitgekomen kuiken kan best 1 dag zonder voer of water.

Dan de opfok van de jonge gansjes.

Als de kuikens mooi opgedroogd zijn  plaatsen we ze onder een warmtelamp en geven we ze een schoteltje  met water en  een schoteltje opfokmeel o.i.d. Zodra ze eten en drinken plaatsen we ze buiten op het kort gemaaide gras. in een overdekte ren, waar ook een warmtelamp in hangt.  Ook hier zetten we een klein bakje opfokvoer in en een schaaltje water. Het is belangrijk dat de jonge gansjes direct gras kunnen eten.

Als de kuikens wat groter zijn moeten we oppassen met te eiwitrijk voer, de kans is dan dat ze te snel groeien en krijgen ze steekvleugels. ( dan draaien de slagpennen naar buiten)  Als de eerste veertjes door het dons komen is het meestal de tijd om ze te ringen. Pas op dat u niet te laat bent  want de voetzool is bij een gans behoorlijk dik.

Als ze zo groot zijn dat ze in de wei geplaatst kunnen worden, moet men  oppassen dat  ze niet in een diepe sloot of vijver verdrinken want ze hebben nog geen vet  in de veren.